Financiële positie
Inleiding
We beginnen dit hoofdstuk met een overzicht van het saldo van deze programmabegroting. Dit lichten we vervolgens kort toe. Verder staan we stil bij de incidentele baten en lasten en ons structurele begrotingssaldo. Tenslotte geven we aan welke financiële uitgangspunten we hebben gehanteerd bij het opstellen van de begroting.
+ is nadeel: hogere uitgaven/lagere inkomsten | |||||
Omschrijving | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
Bestaand beleid | |||||
Lasten | 317.313 | 282.296 | 280.920 | 279.325 | 271.743 |
Baten | -307.905 | -280.725 | -278.930 | -275.159 | -265.999 |
Saldo | 9.408 | 1.571 | 1.990 | 4.166 | 5.744 |
Stortingen reserves | 14.937 | 8.420 | 7.451 | 4.994 | 2.315 |
Onttrekkingen reserves | -22.985 | -6.351 | -5.036 | -4.349 | -4.666 |
Saldo mutaties reserves | -8.048 | 2.070 | 2.414 | 644 | -2.351 |
Totaal bestaand beleid | 1.360 | 3.641 | 4.404 | 4.810 | 3.394 |
Nieuw beleid | 0 | 1.620 | 1.526 | 1.127 | 1.256 |
3O-ontwikkelingen | -1.136 | 206 | -2.035 | -1.292 | -130 |
Budgettair neutrale wijzigingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Septembercirculaire | 770 | -1.042 | -1.903 | -1.944 | -1.684 |
Wat kunnen we minder of anders doen? | -1.022 | -1.230 | -1.948 | -1.248 | -1.248 |
Saldo programmabegroting | -29 | 3.195 | 44 | 1.453 | 1.588 |
Conclusies uit de tabel
De financiële positie staat onder druk. Dit wordt vooral veroorzaakt door kostenstijgingen in het sociaal domein en een tegenvallende meicirculaire vanuit het Rijk. De septembercirculaire daarentegen zorgde weer voor verbetering van de financiële positie. We kiezen in deze begroting voor een combinatie van bezuinigen en investeringen. We hebben kritisch gekeken naar posten in de begroting. Hierdoor kunnen we jaarlijks circa
€ 1,3 miljoen bezuinigen in de bestaande begroting. In deze begroting is het bovendien gelukt om voor € 1,2 miljoen aan nieuw beleid door te voeren en ook incidenteel geld te bestemmen voor investeringsimpulsen.
Jaar 2019
De kosten en opbrengsten in het huidige begrotingsjaar 2019 zijn nagenoeg gelijk aan elkaar. De tegenvallers vanuit de vanuit de septembercirculaire 2019 worden gecompenseerd door voordelen bij de 3O-ontwikkelingen en door bezuinigingen die we al in 2019 kunnen doorvoeren.
Jaar 2020
Het begrotingsjaar 2020 heeft een fors tekort van € 3.195.000. We onttrekken dit bedrag uit de algemene reserve. De ruimte binnen de algemene reserve bedraagt € 2,5 miljoen, waardoor deze reserve tijdelijk onder onze eigen norm terecht komt. De algemene reserve is ook bedoeld om risico's en tijdelijke tekorten af te dekken. In dit jaar doen enkele van deze risico's zich tegelijk voor.
Meerjarenbegroting
De meerjarenbegroting sluit voor de jaren 2022 en 2023 met tekorten ter hoogte van € 1,4- € 1,6 miljoen. Oorzaak hiervan is dat we besloten hebben in de kadernota om de begrotingsjaren 2022 en 2023 NIET sluitend te maken en voor die jaren te werken met een zichtbaar tekort van € 1,7 miljoen (uitvoeringskosten jeugdzorg). Wanneer het kabinet inderdaad besluit om structurele steun te verlenen n.a.v. de tekorten in de jeugdzorg, is het werkelijke tekort dus lager. Hiermee presenteren we een sluitende meerjarenbegroting.
Hoe is het tekort van het bestaand beleid ontstaan?
Het saldo van de programmabegroting start op basis van bestaand beleid met een tekort van € 1,4 miljoen voor 2019. Voor de jaren erna starten we steeds met jaarlijkse tekorten: € 3,6 miljoen in 2020, € 4,4 miljoen in 2021, € 4,8 miljoen in 2022 en € 3,4 miljoen in 2023. Deze tekorten zijn grotendeels veroorzaakt door tegenvallers uit de Eerste financiële tussenrapportage 2019 en de meicirculaire 2019. Grote kostenstijgingen in de eerste rapportage waren jeugdzorg (structureel € 1,7 miljoen, WMO begeleiding (structureel € 1 miljoen), Bijzondere bijstand (structureel € 0,4 miljoen) en Regiotaxi (€ 0,2 miljoen).
Vervolgens zijn er mutaties geweest op deze bestaande begroting in de vorm van nieuw beleid, 3O-ontwikkelingen en de septembercirculaire. Deze worden afzonderlijk toegelicht.
Financiële effecten programmabegroting 2020-2023
Nieuw beleid
In deze programmabegroting 2020-2023 zijn de speerpunten uit de kadernota financieel vertaald. We beoordelen jaarlijks in hoeverre we financiële ruimte hebben om plannen te versnellen of bij de stellen. Hierbij blijven we kijken naar kansen. De huidige financiële positie noodzaakt om hierin extra kritisch te zijn. In deze begroting hebben we voor belangrijke prioriteiten extra financiële ruimte vrijgemaakt. Onderstaand een samenvattend overzicht hiervan.
+ is nadeel: hogere uitgaven/lagere inkomsten
- is voordeel: lagere uitgaven/hogere inkomsten
bedragen x € 1.000
Progr | Omschrijving | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | Netwerk AED's | 0 | 55 | 55 | 55 | 55 |
1 | Aanpak problematische jeugd | 0 | 203 | 193 | 193 | 193 |
1 | Verlengen inzet wijkverpleegkundige | 0 | 40 | 40 | 0 | 0 |
1 | Structureel voortzetten project STORM (depressie preventie) | 0 | 0 | 126 | 126 | 126 |
1 | Laaggeletterdheid | 0 | 63 | 63 | 63 | 63 |
2 | Nieuw beleidskader armoede en schulden | 0 | 157 | 283 | 237 | 159 |
2 | Oplossing voor stichting Helpende handen | 0 | 10 | 0 | 0 | 0 |
3 | Wijkpunt de Hille in Oss | 10 | 10 | 0 | 0 | 0 |
3 | Onttrekking uit reserve Wonen, welzijn en zorg | -10 | -10 | 0 | 0 | 0 |
3 | Laagdrempelig ontmoeten | 0 | 30 | 0 | 0 | 0 |
3 | Onderzoeksbudget Golfbad | 0 | 100 | 0 | 0 | 0 |
3 | Muziek in de klas | 0 | 15 | 0 | 0 | 0 |
3 | Onttrekking uit algemene reserve | 0 | -15 | 0 | 0 | 0 |
3 | Voorziening NOK voor ontmoeten en sport | 0 | 0 | 22 | 22 | 22 |
4 | Budget uitvoering motie vergroening stadscentrum Oss | 0 | 0 | 45 | 45 | 45 |
4 | Budget project sociale meerwaarde | 0 | 20 | 0 | 0 | 0 |
4 | Onttrekking uit reserve Wal Kwartier | 0 | -20 | 0 | 0 | 0 |
4 | Verkenning eigenaren vastgoed stadscentrum | 0 | 40 | 0 | 0 | 0 |
4 | Onttrekking uit reserve Wal Kwartier | 0 | -40 | 0 | 0 | 0 |
5 | Grootschalige opwekking zon en wind | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5 | Uitvoeringsprogramma energiebesparing en warmtevisie | 0 | 100 | 100 | 100 | 100 |
5 | Herinrichting Dorpsplein Geffen | 0 | 0 | 0 | 0 | 60 |
5 | Aanplant van bomen | 0 | 0 | 22 | 44 | 68 |
6 | Bijdrage Kracht van Oss | 0 | 300 | 0 | 0 | 0 |
6 | Onttrekking uit reserve economie | 0 | -300 | 0 | 0 | 0 |
7 | Motie behoud bewaakte fietsenstalling Spoorlaan | 0 | 118 | 0 | 0 | 0 |
7 | Subsidie Maasveren | 0 | 24 | 24 | 24 | 24 |
7 | Budget oplossingen verkeersveiligheid | 0 | 50 | 50 | 0 | 0 |
7 | Uit reserve Mobiliteit | 0 | -50 | -50 | 0 | 0 |
7 | Noordelijke Randweg | 0 | 0 | 0 | 0 | 200 |
9 | Taskforce Brabant - Zeeland | 0 | 25 | 25 | 25 | 25 |
9 | Aanpak structurele overlastgevers | 0 | 65 | 0 | 0 | 0 |
9 | Onttrekking uit reserve Wonen, welzijn en zorg | 0 | -65 | 0 | 0 | 0 |
9 | Budget vernieuwde werkwijze aanpak huiselijk geweld | 0 | 196 | 0 | 0 | 0 |
9 | Veiligheidsregio Brabant Noord | 0 | 0 | -47 | 117 | 117 |
10 | Toekomstbestendige organisatie | 0 | 500 | 576 | 76 | 0 |
Totaal nieuw beleid | 0 | 1.620 | 1.526 | 1.127 | 1.256 |
Bij de programma’s verderop in deze programmabegroting lichten we het nieuwe beleid toe (onderdeel 4.1).
Investeringsimpulsen
In het coalitieakkoord “Kansen zien, kansen pakken” staat dat we twee investeringsfondsen gaan oprichten: “Centrumontwikkeling” en “Duurzaamheid”. Op deze twee terreinen zijn de ambities groot, is er breed politiek draagvlak en zijn er vooral incidentele investeringen noodzakelijk. Door de fondsvorming reserveren we geld voor realisatie van onze ambities op deze terreinen. In de begroting 2019 is € 2 miljoen gestort in investeringsfonds Stadshart en € 0,6 miljoen voor duurzaamheid.
Voor grote ambities willen we extra incidenteel geld vrijmaken. Dit geld kan vrijgemaakt worden door de afroming van de algemene bedrijfsreserve van het grondbedrijf (zie paragraaf grondbeleid).
We verwachten voor 2020 een bedrag van € 7 miljoen. Dit bedrag kunnen we nu besteden. Daarnaast is een prognose gegeven voor toekomstige winsten. Deze zijn echter afhankelijk van werkelijke verkopen en geactualiseerde risico. Besteding van deze bedragen is dan ook (nog) niet mogelijk.
Samenvattend willen we het bedrag van € 7 miljoen als volgt inzetten:
Bedragen x €1.000
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|
Afroming algemene bedrijfsreserve | 6.960 | 11.077 | 4.183 | 2.863 |
Bedragen x €1.000
2020 | 2021 | |
---|---|---|
Koplopertraject Ravenstein-Lith | 1.300 | |
Extra storting Investeringsfonds Stadshart | 1.500 | |
Herontwikkeling Hooghuis Ravenstein | 1.550 | |
Herontwikkeling Kapelaan Nausstraat Oss | 700 | |
Duurzaamheid/ energietransitie | - | |
Reserve strategische aankopen | 500 | |
Renovatie Lievekamp | PM | |
Noordelijke randweg onderzoekskosten | 150 | PM |
Tekort afval | 868 | |
Totale inzet investeringsimpulsen | 6.568 | |
Saldo | 392 |
Bovenstaande betekent dat we van de beschikbare € 7 miljoen op dit moment € 6,6 miljoen inzetten. Er resteert dan nog een bedrag van € 0,4 miljoen. Dit bedrag blijft binnen de algemene bedrijfsreserve beschikbaar omdat we eerst plannen concreter willen uitwerken. We willen het restant en de toekomstige winsten blijven inzetten voor onze grote opgaven.
Opvallende post in het bovenstaande is een bedrag van € 0,9 miljoen om het resterende tekort van afval (na een tariefsverhoging van 15%) af te dekken. Dit doen we ten laste van deze ruimte, in afwachting op het nieuwe afvalbeleid.
We storten € 1,5 miljoen extra in het investeringsfonds Stadshart, zodat er in totaal € 3,5 miljoen in 2020 beschikbaar is. We gaan een integraal voorstel uitwerken om te komen tot een investeringsprogramma stadshart. Hierin brengen we diverse investeringsmogelijkheden in beeld en komen we tot een prioritering. Mogelijke investeringen zijn het Wal Kwartier (extra tekorten), TBL terrein, vergroening stadscentrum, stimuleringsregelingen centrum, Terwaenen, Eikenboomgaard en impulsgelden.
3O-ontwikkelingen
Samengevat geven de 3O-ontwikkelingen het volgende beeld:
+ is nadeel: hogere uitgaven/lagere inkomsten
- is voordeel: lagere uitgaven/hogere inkomsten
bedragen x € 1.000
Progr | Omschrijving | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | Bestedingsplan beschermd wonen | -5.741 | 3.110 | 2.346 | 600 | 400 |
1 | Mutatie in reserve beschermd wonen | 5.741 | -3.110 | -2.346 | -600 | -400 |
1 | WMO dagbesteding en begeleiding | -250 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1 | Jeugdzorg | -544 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1 | Ons Huis van de Wijk Ruwaard | 80 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1 | Uit reserve Wonen, welzijn en zorg | -80 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2 | Arbeidsparticipatie | -610 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2 | Voordeel gesubsidieerde peuteropvang | -110 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2 | Vervangende nieuwbouw basisschool 't Schrijverke en gymzaal | 0 | 502 | 256 | 0 | 0 |
2 | Onderwijs bijstelling Meerjaren-Investeringsplan | 0 | 0 | -661 | -44 | 96 |
3 | Vrijval exploitatie Hooghuis Ravenstein | 0 | -82 | -96 | -96 | -96 |
3 | Cultuurpodium Groene Engel | 140 | 85 | 0 | 0 | 0 |
3 | Kermissen in de kernen | 35 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3 | Afdekking kosten IVB | 370 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3 | Uit reserve IVB | -370 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3 | Ontmoeten en Sport bijstelling Meerjaren-Investeringsplan | 0 | -27 | -654 | -289 | 79 |
5 | Begraafplaats Hoogen Heuvel | 35 | 35 | 35 | 0 | 0 |
5 | Eikenprocessierups bestrijding | 58 | 58 | 58 | 58 | 58 |
5 | Afvalinzameling | 880 | 868 | 0 | 0 | 0 |
5 | Uit reserve afval/ ABR | -880 | -868 | 0 | 0 | 0 |
5 | Boete Attero | PM | 0 | 0 | 0 | 0 |
5 | Uit algemene reserve | PM | 0 | 0 | 0 | 0 |
6 | Verkoopopbrengst verhuurde panden | -428 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7 | Parkeren | 0 | 65 | 121 | 172 | 223 |
7 | Uit reserve parkeren | 0 | -65 | -121 | -172 | -223 |
10 | Aansprakelijkheids- en opstalverzekering | 49 | 263 | 263 | 263 | 263 |
10 | Afname leges reisdocumenten | 230 | 305 | 270 | 320 | 350 |
10 | ICT kosten diversen | 225 | 402 | 0 | 0 | 0 |
10 | ICT investeringen | 0 | -444 | -141 | 0 | 0 |
11 | Afbouw reserves gaswinstuitkering Maaslandgas en deposito BNG | 0 | 0 | 0 | 0 | 134 |
11 | Hogere bijdrage belastingsamenwerking (BSOB) | 268 | 3 | 3 | 3 | 3 |
11 | Lagere rentekosten | -150 | -150 | -550 | -700 | -270 |
11 | Voordeel doorbelasting personele kosten | 340 | -330 | -330 | -330 | -330 |
11 | Hogere OZB opbrengsten | -325 | -50 | -50 | -50 | -50 |
11 | Afdracht BTW compensatiefonds | 0 | -440 | -500 | -500 | -480 |
div | Diversen | -100 | 76 | 62 | 73 | 113 |
Totaal 3O-ontwikkelingen | -1.136 | 206 | -2.035 | -1.292 | -130 |
Bij de programma’s verderop in deze programmabegroting benoemen we alle 3O-ontwikkelingen en lichten we deze toe (onderdeel 4.2).
Wat kunnen we anders of minder doen?
Om te komen tot een solide begroting zijn de volgende bezuinigingen nodig:
+ is nadeel: hogere uitgaven/lagere inkomsten
- is voordeel: lagere uitgaven/hogere inkomsten
bedragen x € 1.000
Progr | Omschrijving | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | Verbetermaatregelen WMO en Jeugdzorg | 0 | 120 | 0 | 0 | 0 |
1 | Verbeterslag indicaties complexe casuïstiek Wmo | 0 | 0 | -150 | -150 | -150 |
1 | Indexeren eigen bijdrage Regiotaxi | 0 | -30 | -30 | -30 | -30 |
1 | Afschaffen minimapas | 0 | -78 | -78 | -78 | -78 |
1 | Aanpassen regeling gehandicaptenparkeerkaart | 0 | 0 | -60 | -60 | -60 |
1 | Vrijval reserve beschermd wonen | -622 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1 | Gedifferentieerde tarieven voor PGB's huishoudelijke verzorging | 0 | 0 | -200 | -200 | -200 |
2 | Doorberekenen uitvoeringskosten schuldhulpverlening | 0 | -16 | -16 | -16 | -16 |
2 | Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) | -300 | -300 | -300 | -300 | -300 |
2 | Jongeren individuele Diagnose | -100 | -100 | -100 | -100 | -100 |
5 | Maashorst | 0 | -50 | -50 | -50 | -50 |
7 | Reclame openbare ruimte | 0 | 20 | -20 | -20 | -20 |
8 | Afdekken storting Koploperproject Ravenstein-Lith uit vrijval ABR | 0 | -600 | -700 | 0 | 0 |
8 | Leges WABO verhogen | 0 | -63 | -63 | -63 | -63 |
8 | Budget presentiegelden welstands- en monumentenkamer | 0 | -27 | -27 | -27 | -27 |
8 | Verhalen van (plankosten) | 0 | -80 | -80 | -80 | -80 |
9 | Leges voor professionele en grote evenementen | 0 | 0 | -48 | -48 | -48 |
10 | Beperken openingstijden | 0 | -27 | -27 | -27 | -27 |
Totaal bezuinigingen | -1.022 | -1.230 | -1.948 | -1.248 | -1.248 |
Bij de programma’s verderop in deze programmabegroting lichten we deze posten toe (onderdeel 4.4).
Septembercirculaire
De septembercirculaire is voor het jaar 2019 circa € 0,8 miljoen negatief. Dit komt doordat het Rijk dit jaar minder geld uitgeeft dan verwacht. De belangrijkste oorzaak hiervan is dat projecten op het gebied van infrastructuur en defensie doorschuiven naar latere jaren. Dit betekent een nadeel voor ons in 2019 en voordelen voor de jaren daarna. Voor de jaren erna is er sprake van een hogere algemene uitkering (van € 1 miljoen in 2020 tot € 1,7 miljoen in 2023). De voordelen worden veroorzaakt door hogere rijksuitgaven. Omdat de rijksuitgaven toenemen, ontvangen gemeenten ook extra geld (samen de trap op). Dit lichten we verder toe in bijlage 4.
Investeringen
Via deze programmabegroting stellen we ook investeringskredieten vast. De kapitaallasten van de investeringen zijn verwerkt in de lasten per programma. Als er sprake is van nieuwe investeringen hebben we dat gedaan via de 3O-ontwikkelingen of nieuw beleid bij de programma’s. In de paragraaf investeringsplan zijn alle investeringen opgenomen. Samengevat geeft dit het volgende beeld per programma:
Bedragen x € 1.000
Programma | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
2. Werk, inkomen en onderwijs | 0 | 2.989 | 15.169 | 6.191 | 0 |
3. Ontmoeten, sport en cultuur | 0 | 2.167 | 10.260 | 9.375 | 0 |
5. Zuinig op ons klimaat | 5.885 | 6.527 | 4.907 | 6.697 | 4.603 |
6. Vitale economie | 0 | 0 | 638 | 0 | 0 |
7. Mobiliteit | 803 | 392 | 207 | 308 | 683 |
10. Besturen in verandering van tijden | 1.116 | 4.054 | 2.135 | 1.489 | 3.360 |
Totaal geplande investeringen | 7.804 | 16.129 | 33.316 | 24.060 | 8.646 |
Uit het overzicht blijkt dat we de komende jaren in totaal circa € 90 miljoen investeren. Voor een specificatie wordt verwezen naar betreffende paragraaf investeringsplan. Het vaststellen van de programmabegroting is de basis voor het uitvoeren van de investeringen. Daarbij is het totale investeringsbedrag per programma leidend. De in het investeringsplan opgenomen investeringsbedragen voor 2019 en 2020 zijn na het vaststellen van deze programmabegroting direct beschikbaar voor uitvoering. Investeringen waarvan de kaders nog onvoldoende duidelijk zijn leggen we apart aan de gemeenteraad voor. Dit zijn de investeringen die in de tabel paragraaf investeringsplan zijn aangemerkt met een “R”.
Structureel saldo programmabegroting
Om een goed oordeel te kunnen vormen over de begroting is het van belang om het saldo te corrigeren met incidentele baten en lasten. De baten en lasten die niet incidenteel zijn, zijn immers structureel van aard. Het structurele begrotingssaldo geeft aan of de structurele lasten met structurele baten worden afgedekt. Als dat het geval is, is de begroting structureel in evenwicht.
In de volgende tabel berekenen we het structurele saldo van de programmabegroting.
+ is nadeel: hogere uitgaven/lagere inkomsten | |||||
Omschrijving | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
Saldo programmabegroting 2019-2023 | -29 | 3.195 | 44 | 1.453 | 1.588 |
waarvan incidentele baten en lasten | 557 | 2.749 | 214 | 1.367 | 1.700 |
Structureel saldo programmabegroting | -586 | 446 | -170 | 86 | -112 |
De conclusie hieruit is dat de begroting meerjarig structureel sluitend is. Dit met uitzondering van het begrotingsjaar 2020. Meerjarig is in 2023 het structurele saldo van de begroting € 112.000. Dit komt vooral doordat we geen structurele raming hebben opgenomen van de extra rijksinkomsten voor jeugdzorg.
Het saldo van incidentele baten en lasten wordt vooral veroorzaakt door grote, incidentele investeringen die opgenomen zijn voor het stadscentrum, waterveiligheid Maas, verschuivingen van investeringen in het MIP, afboeking van activa, investeringen in de organisatie en de invoering van de nieuwe Omgevingswet.
In bijlage 2 staat een specificatie van de incidentele baten en lasten.
Financiële uitgangspunten
In het coalitieakkoord ‘Kansen zien, kansen pakken’ is gekozen voor een solide financieel beleid met sluitende meerjarenbegrotingen. Er is gekozen voor stabiliteit. Wel willen we kansen benutten als deze zich voordoen. We vermijden extra bezuinigingen zoveel mogelijk.
De begroting 2020 en de meerjarenramingen 2021-2023 hebben opgesteld op basis van de volgende uitgangspunten:
- Ons financieel beleid blijven we gedegen en solide vormgeven. We hebben een begroting die meerjarig (structureel) sluitend is. Tussentijdse beperkte, niet structurele, tekorten zijn aanvaardbaar als we deze uit reserves kunnen afdekken.
- In de kadernota 2020-2023 is besloten om de begrotingsjaren 2022 en 2023 NIET sluitend te maken en voor die jaren te werken met een zichtbaar tekort van € 1,7 miljoen. Voor de uitvoering van jeugdzorg hebben we extra geld ontvangen, echter we worden niet structureel gecompenseerd voor hogere uitvoeringskosten. Aanvullend wordt landelijk onderzocht om te kunnen bepalen of, en zo ja in welke mate, gemeenten extra middelen nodig hebben. Daarnaast worden de komende maanden bestuurlijke afspraken gemaakt tussen het Rijk en VNG over hoe het jeugdstelsel effectiever, efficiënter en beter kan gaan functioneren. Zelf verwachten we dat de kostenstijgingen binnen jeugdzorg structureel van aard zijn (huidige inschatting € 1,7 miljoen). Vandaar onze financiële koers.
- In de kadernota is besloten om het proces om te komen tot een sluitende begroting vorm te geven via:
- Prioritering van ambities (oud voor nieuw)
- Kritische blik op mogelijke voordelen jaarrekening 2018 en huidige begroting
- Zoek naar mogelijkheden om je inkomsten te verhogen
- Onderzoeksrichtingen voor bezuinigingen.
- We hebben een algemene reserve die in principe voldoet aan de gestelde normen (10% van de algemene uitkering).
- We kijken jaarlijks kritisch naar alle reserves. In de nota reserves, die de gemeenteraad tegelijk met deze programmabegroting behandelt, lichten we de reserves uitgebreid toe.
- We streven naar een lokale lastendruk van minimaal € 22,50 onder het landelijke gemiddelde. Voor de begroting 2020 is dit uitgangspunt gebleven. Uitgaande dat de landelijke ontwikkeling van de lokale lastendruk in 2020 dezelfde is als in 2019 blijven we ook in 2020 € 22,50 onder het landelijke gemiddelde.
- We verhogen de OZB niet (0%).
- We verhogen de rioolheffing niet (0%).
- We verhogen de afvalstoffenheffing met 15%. Daarnaast onttrekken we € 868.000 uit de vrijval van de algemene bedrijfsreserve om het restant tekort binnen afval af te dekken.
- Bij gesubsidieerde professionele instellingen is in zijn algemeenheid sprake van een 80/20-verhouding tussen het loongevoelige en prijsgevoelige deel van de uitgaven. Voor budgetsubsidies wordt voor de compensatie van loonstijging uitgegaan van de specifieke CAO-ontwikkelingen per sector en voor de compensatie van prijsstijging wordt uitgegaan van de nullijn. Bij de overige subsidies zoals professionele instellingen zonder budgetovereenkomst en niet-professionele organisaties wordt de nullijn voor prijscompensatie gehanteerd.
- De rekenrente stellen we in principe vast op 1,5%. De rente voor de grondexploitaties bedraagt in de begroting 1,2%. Dit is gebaseerd op landelijke verslagleggingsvoorschriften.
- De raming van de algemene uitkering uit het gemeentefonds hebben we gebaseerd op de septembercirculaire 2019.
- In programma 11 hebben we een jaarlijkse post onvoorzien van € 300.000 opgenomen. Deze post is bedoeld om incidentele tegenvallers op te vangen. Het college besluit over de inzet van deze post. Daarbij geldt de voorwaarde dat inzet past binnen de criteria: onuitstelbaar, onvermijdbaar en onvoorzienbaar. De verantwoording hierover nemen we op in de reguliere planning- en controldocumenten met vaststelling door de gemeenteraad.