3. Budgettair neutrale wijzigingen
In de programma’s staan in de tabel bij 'Wat mag het kosten?' budgettair neutrale wijzigingen. Dit zijn wijzigingen die niet inhoudelijk van aard zijn en per saldo geen geld kosten. Soms gaat het over wijzigingen binnen één programma, in andere gevallen zijn de wijzigingen programma-overstijgend. Volgens de voorschriften van het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) moeten we deze wijzigingen zichtbaar maken en rapporteren.
Dat doen we op de volgende manier:
In de programma’s waarbij budgettair neutrale wijzigingen voorkomen hebben we in de tabel bij onderdeel 'Wat mag het kosten?' steeds één totaalregel opgenomen. In deze bijlage staat het totaaloverzicht, waarbij we wijzigingen boven de € 100.000 toelichten.
+ is nadeel: hogere uitgaven/lagere inkomsten | |||||
Omschrijving | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
Programma 1. Zorg en welzijn | -86 | 445 | 546 | 578 | 578 |
Programma 2. Werk, inkomen en onderwijs | -30 | 223 | 122 | 89 | 89 |
Programma 3. Ontmoeten, sport en cultuur | 4 | 156 | 156 | 156 | 157 |
Programma 4. Dynamisch stadscentrum | 0 | 0 | 0 | 0 | 5 |
Programma 5. Zuinig op ons klimaat | 45 | -32 | -53 | -36 | 21 |
Programma 6. Vitale economie | 4 | 45 | 45 | 45 | 27 |
Programma 7. Mobiliteit | -11 | -23 | -22 | -34 | -45 |
Programma 8. Aantrekkelijk wonen in Oss | 0 | 8 | 8 | 8 | 8 |
Programma 9. Veilige omgeving | 0 | 103 | 104 | 104 | 104 |
Programma 10. Besturen in verandering van tijden | 118 | -228 | -213 | -202 | -200 |
Programma 11. Financieel solide | -45 | -698 | -693 | -708 | -744 |
Totaal wijzigingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting wijzigingen boven de € 100.000
De belangrijkste wijzigingen zijn:
- We verhogen de subsidies voor de jaarlijkse loonstijgingen bij de professionele instellingen (bijvoorbeeld bibliotheek, Ons Welzijn, museum Jan Cunen). De loonstijgingen zijn afhankelijk van de specifieke CAO-ontwikkelingen per sector. De structurele extra kosten bedragen vanaf 2020 € 361.000. Deze worden betaald uit de stelpost loon- en prijscompensatie.
- De gemeentelijke bijdragen 2020 aan de GGD Hart voor Brabant, het regionaal veiligheidshuis, Veiligheidsregio en het Brabants Historisch Informatie Centrum (gemeenschappelijke regelingen) zijn ook geïndexeerd voor loon- en prijscompensatie. De extra kosten hiervan bedragen € 199.000 en worden eveneens uit de stelpost loon- en prijscompensatie betaald.
- De definitieve rijksbudgetten 2019 van de BUIG zijn vastgesteld. We ontvangen minder rijksbudget maar tegelijkertijd zien we een daling in het aantal uitkeringsgerechtigden. We verlagen daarom de baten en de lasten met afgerond € 600.000 in 2019 en vanaf 2020 structureel € 150.000. Per saldo verwachten we dat het huidige budget toereikend is.
- De opstalverzekering stijgt organisatiebreed met € 209.000. Deze kosten worden in de begroting verdeeld over onderwijs, musea, sport en ontmoeten.
- Conform de verslagleggingsvoorschriften (BBV) hebben we de begrotingsjaarschijven van het grondbedrijf meegenomen in deze begroting. Hiervoor verwijzen we naar het Najaarsbericht van het grondbedrijf en de paragraaf grondbeleid.
- We indexeren de prijzen voor het onderhoud van de openbare ruimte op basis van bestaande contracten, onderdeel waterschapslasten en IBN. We doen dit op basis van de CBS indexen. Verder stellen we de waterschapslasten bij op basis van tariefstijging. De schoonmaakkosten en beheerkosten IBN stellen we bij in verband met loonkostenontwikkeling volgens cao. In totaal halen we afgerond € 551.000 uit de stelpost loon- en prijscompensatie.
- Onder nieuw beleid is een nieuw beleidskader armoede en schulden opgenomen. De totale kosten van dit nieuwe beleid is opgenomen in het programma 2. Werk, inkomen en onderwijs. Onderdeel van dit bedrag is ook extra formatie voor de uitvoering (programma 10).
- We onttrekken € 496.000 aan de reserve Verkeersregelinstallaties voor projecten die in 2019 uitgevoerd zijn. Dit bedrag storten we in de reserve ter dekking van afschrijvingslasten VRI projecten 2017 om de kapitaallasten af te dekken.
- De raadsvergaderingen zijn vanaf 2019 verhoogd met € 15.000. Deze betalen we uit de stelpost loon- en prijscompensatie.