Risico
Met ingang van 1 januari 2016 zijn we als gemeente belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting (Vpb). Dit betekent dat we vennootschapsbelasting moeten gaan betalen over het resultaat op activiteiten waarbij we fiscaal gezien een onderneming drijven. Dit zijn de activiteiten afval, parkeren, reclame in de openbare ruimte en het grondbedrijf. Bij de invoering van de vennootschapsbelastingplicht was er nog veel onduidelijk. De aangiftes over 2016 is inmiddels ingediend, 2017 volgt dit jaar, in beide aangiften was sprake van een fiscaal verlies. De Belastingdienst heeft de aangiften nog niet vastgesteld.  Eind 2019 gaan we overeenkomsten met de Belastingdienst sluiten om de standpunten die we hanteren af te stemmen en vast te leggen, we kunnen hierbij aansluiten bij modellen van de Belastingdienst. We hebben voor de berekening van de Vpb last een aantal standpunten ingenomen. Deze standpunten zijn als defensief te kenmerken, de verwachting bestaat dan ook dat de Belastingdienst deze standpunten zal accepteren.

De te betalen vennootschapsbelasting  zal voor het grootste deel bepaald worden vanuit het grondbedrijf. We verwachten tot en met 2019 nog fiscale verliezen te realiseren vanuit de grondexploitatie. Vanaf 2020 verwachten we fiscaal winst te gaan maken. Deze winsten mogen we verrekenen met de verliezen uit 2016-2019. Vanaf 2027 moeten we naar verwachting feitelijk vennootschapsbelasting gaan betalen. Dit betreft een verwacht bedrag van € 223.000 op basis van de huidige grondexploitaties. Dit bedrag zal gespreid worden over een aantal jaren.

Beheersmaatregel
De uitgangspunten in onze aangiften zijn in lijn met standpunten die de Belastingdienst hanteert. Wij zijn hierbij ondersteund door een fiscaal specialist. We blijven de doorrekeningen meerjarig maken over de gehele looptijd van de grondexploitaties. Ontwikkelingen in de vennootschapsbelastinglast hebben we daardoor tijdig in beeld. Bij het openen van nieuwe grondexploitaties houden we rekening met de gevolgen voor de vennootschapsbelasting.