In samenwerking met andere programma’s en met partners wordt toegewerkt naar een circulaire economie in 2050. Het doel is een verantwoord grondstoffengebruik, het tegengaan van verspilling en het toepassen van minder belastende materialen. De 'afval hiërarchie' volgens de zgn. Ladder van Lansink is voor ons een belangrijke inspiratiebron. In onze aanpak zetten we volgordelijk in op: preventie, hergebruik, recycling, energie, verbranden, storten.
Daarbij richten we ons niet alleen op huishoudelijk afval maar nadrukkelijk ook op het bedrijfsleven dat zowel aan het begin van de materiaalketen als aan het einde daarvan de grootste invloed heeft. We geven opvolging aan onze ondertekening van het Grondstoffenakkoord.
Een belangrijke prioriteit is het verminderen van het huishoudelijk afval. We beperken het ontstaan van afval en zetten in op het zoveel mogelijk hergebruiken van afval als grondstof. Dit doen we onder meer door afval te scheiden en geschikt te maken voor recycling en hergebruik. Hier levert het nieuwe duurzaamheidsplein een belangrijke bijdrage aan.
Hoewel we in verhouding tot vergelijkbare gemeenten redelijk scoren, zijn we nog ver verwijderd van de landelijke doelstellingen voor afvalreductie en afvalscheiding. De landelijke doelstelling van 100 kg per inwoner in 2020 is nog ver uit zicht. We zien in 2018 een toename in de hoeveelheid restafval, nadat in 2015 juist een daling was ingezet door een wijziging in de inzamelingsfrequentie. In het voorjaar van 2018 voorgestelde tussentijdse maatregelen, onder meer bestaande uit verandering van het ophaalschema, bleken onvoldoende draagvlak te hebben.
Om de hoeveelheid restafval fors omlaag te brengen, kiest de gemeenteraad dit najaar voor een ander beleid voor huishoudelijk afval. Dit heeft gevolgen voor de wijze waarop wij ons huishoudelijk afval inzamelen en de afvalstoffenheffing. In 2020 gaan wij onze inwoners hierover informeren en implementeren we de gemaakte keuze. Voor de implementatie, communicatie en uitvoering van het nieuwe afvalbeleid zijn extra middelen nodig. Deze maken we inzichtelijk in de adviesnota die eind dit jaar naar de raad gaat. Voor de langere termijn beraden we ons op maatregelen om in te spelen op de veranderingen die zich aftekenen in de wereld van afvalverwerking. Zo onderzoeken we de mogelijke effecten van nascheiding. Dit doen we samen met de gemeente Den Bosch.
We  worden  geconfronteerd met stijgende kosten van afvalverwerking als gevolg van een hogere belasting en duurdere verwerkingskosten van restafval en lagere opbrengsten van grondstoffen. De centrale overheid zet druk op de noodzakelijke vermindering van het huishoudelijk restafval door belastingmaatregelen. En de markt van afvalverwerking verandert. Daardoor is het tarief niet meer kostendekkend. Eerder hebben we besloten om voor 2018 en 2019 het tekort te dekken uit de afvalstoffenreserve. Daarmee hebben we het tarief kunstmatig laag gehouden. Dat kan niet meer. De reserve is gebruikt.
We moeten naar minder restafval en we willen de kostenstijging beperken. Dat maakt het noodzakelijk om verscherpt en versneld tot een echt ander afvalbeleid te besluiten. Maar we ontkomen er niet aan om het tarief, dat al jaren niet meer kostendekkend is, in 2020 behoorlijk te laten stijgen. Daarbij is het een stevige uitdaging om onze inwoners op een goede wijze mee te nemen bij de veranderingen. Gedragsverandering is een belangrijke factor waar we op in blijven zetten. In dit proces betrekken we ook inwoners, raadsleden, wijk- en dorpsraden en jongerenraad. En we blijven gesprekken aangaan met scholieren.

• Het verminderen van het gebruik van grondstoffen en afval: we willen zo dicht mogelijk in de buurt komen van de landelijke afvaldoelstellingen in 2020: 75% afvalscheiding en maximaal 100 kilo restafval per inwoner (de Osse doelstelling is 96 kilo)
• Voldoen aan de landelijke afvaldoelstellingen voor 2025: 85% afvalscheiding en 30 kg restafval per inwoner per jaar

• We werken de door de opiniecommissie aangegeven richtingen voor een andere wijze van afvalinzameling uit in een adviesnota. Gelet op de kostenontwikkeling zullen we ook een daarop toegespitst scenario uitwerken. In deze nota geven we aan welke (technische en organisatorische) aanpassingen noodzakelijk zijn, welke communicatie nodig is naar onze burgers en welke meerkosten dit met zich meebrengt.
• We proberen in de tweede helft van 2020 het nieuwe afvalbeleid geheel of gedeeltelijk te implementeren om al in 2020 resultaat te kunnen boeken.
• We versterken onze rol als grondstoffenleverancier. Onder andere door onderzoek naar de mogelijkheden van nascheiding van grondstoffen.
• In samenwerking met programma 6. Vitale Economie en relevante Osse bedrijven verkennen we een aanpak van de Osse plasticproblematiek.